Voor een klein mensje van net tweeënhalf is het moment
van ‘voor de eerste keer naar school gaan’, waarschijnlijk
tevens één van de eerste keren in hun leven dat ze zo
drastisch worden geconfronteerd met ’loslaten’ en ‘afscheid
nemen’ van een bekende, vertrouwde wereld.
van ‘voor de eerste keer naar school gaan’, waarschijnlijk
tevens één van de eerste keren in hun leven dat ze zo
drastisch worden geconfronteerd met ’loslaten’ en ‘afscheid
nemen’ van een bekende, vertrouwde wereld.
Ze hebben vooral veel ‘tijd’ nodig.
Tijd om de klas in te komen en de boel te verkennen.
Tijd om afscheid te nemen.
Tijd om de structuur van de dag te leren kennen.
Tijd om contact met mij te maken.
Tijd om elkaar te ontdekken.
Tijd om te leren hoe een ‘klas’ en een ‘school’ functioneren.
Tijd om te wennen en open te bloeien, stappen te zetten.
Tijd om vertrouwen te krijgen, zich veilig en geliefd weten.
Pas dan zijn ze klaar om voluit te gaan, om te groeien,
om deugd te hebben en te genieten van wat het leven
op school hen te bieden heeft.
Tijd om afscheid te nemen.
Tijd om de structuur van de dag te leren kennen.
Tijd om contact met mij te maken.
Tijd om elkaar te ontdekken.
Tijd om te leren hoe een ‘klas’ en een ‘school’ functioneren.
Tijd om te wennen en open te bloeien, stappen te zetten.
Tijd om vertrouwen te krijgen, zich veilig en geliefd weten.
Pas dan zijn ze klaar om voluit te gaan, om te groeien,
om deugd te hebben en te genieten van wat het leven
op school hen te bieden heeft.
‘Nabij zijn’ is bijna het enige dat ik de kinderen kan geven.
Maar ik geloof dat dat iets heel belangrijk is!
Het welbevinden van de kinderen staat voor mij
op de eerste plaats: het heeft geen enkele zin
om van hen te verwachten dat ze meedoen met een activiteit,
als ze emotioneel in de knoop zitten.
Ik probeer hen ook niet van hun verdriet af te leiden,
maar probeer hen alleen te tonen dat ik er ben als ze me
nodig hebben. Dikwijls is het al genoeg dat ze vlak bij mij
mogen komen zitten, dat ik een zakdoek aanreik voor hun
tranen of dat ik even verwoord wat ik bij hen zie gebeuren.
Maar ik geloof dat dat iets heel belangrijk is!
Het welbevinden van de kinderen staat voor mij
op de eerste plaats: het heeft geen enkele zin
om van hen te verwachten dat ze meedoen met een activiteit,
als ze emotioneel in de knoop zitten.
Ik probeer hen ook niet van hun verdriet af te leiden,
maar probeer hen alleen te tonen dat ik er ben als ze me
nodig hebben. Dikwijls is het al genoeg dat ze vlak bij mij
mogen komen zitten, dat ik een zakdoek aanreik voor hun
tranen of dat ik even verwoord wat ik bij hen zie gebeuren.
Hun verdriet en boosheid zijn heel terecht:
ze voelen zich door hun ouders in de steek gelaten.
Ze hebben ook het recht om kwaad te zijn op mij, omdat ik
hen ervan weerhoud om weg te lopen, hun mama of papa achterna.
Met de ‘Jules’ probeer ik hen te stimuleren om dat ook te uiten.
Dat is de enige manier om het verlies en verdriet te verwerken.
ze voelen zich door hun ouders in de steek gelaten.
Ze hebben ook het recht om kwaad te zijn op mij, omdat ik
hen ervan weerhoud om weg te lopen, hun mama of papa achterna.
Met de ‘Jules’ probeer ik hen te stimuleren om dat ook te uiten.
Dat is de enige manier om het verlies en verdriet te verwerken.